Auteur: Brenda van Dinter
Werkgevers opgelet: slapend dienstverband niet langer toegestaan
Een belangrijke uitspraak van de Hoge Raad: slapende dienstverbanden moeten beëindigd worden. In dit artikel zetten we de belangrijkste gevolgen en adviezen voor jou als werkgever op een rij.
Gevolgen uitspraak Hoge Raad over slapend dienstverband
Een “slapend” dienstverband ontstaat als een werkgever het arbeidscontract laat doorlopen van een werknemer die al twee jaar ziek is. Op dat moment vervalt de loonbetalingsplicht, maar blijft het dienstverband doorlopen. Dit terwijl de werknemer niet in staat is om weer te werken. Met een slapend dienstverband als gevolg.
Door de uitspraak van de Hoge Raad dienen dergelijke slapende dienstverbanden beëindigd te worden. De werknemer in kwestie maakt hierbij aanspraak op een transitievergoeding. Goed nieuws dus voor de werknemers, maar van de werkgever vraagt de nieuwe situatie om directe actie om hoge kosten te voorkomen.

Lagere compensatie transitievergoeding 2020
De transitievergoeding die bij het beëindigen van het slapend dienstverband volgens de Hoge Raad moet worden betaald, is gelijk aan het bedrag aan transitievergoeding dat verschuldigd zou zijn bij beëindiging van het dienstverband op de dag na 104 weken (twee jaar) ziekte. Voor deze vergoeding kan een beroep worden gedaan op de compensatieregeling van het UWV.
Vanaf 1 januari 2020 gelden er op grond van de WAB andere rekenregels voor deze transitievergoeding. Compensatie van het UWV wordt dan ook bij einde dienstverband na 1 januari 2020 volgens de nieuwe rekenregels van de WAB berekend.
Hierdoor kan het zomaar voorkomen dat er een gat van duizenden euro’s ontstaat tussen de hoogte van de transitievergoeding volgens de uitspraak van de Hoge Raad en de hoogte van de de compensatie. Helaas voor de werkgever heeft de Hoge Raad hier geen rekening mee gehouden.
Advies voor werkgevers rondom het slapende dienstverband
Ons advies is om het verzoek tot beëindiging van het dienstverband door een ‘slaper’ goed in overweging te nemen. Het door laten lopen van het arbeidscontract kan tenslotte tot hoge (on)kosten leiden. Daarnaast is het als werkgever raadzaam om de slapende dienstverbanden voor 1 januari 2020 te beëindigen en de transitievergoeding toe te kennen zoals die aan het einde van de 104-weken wachttijd gold.
Door op deze manier te handelen voorkom je onzekerheid over compensatie door het UWV volgens de nieuwe (reken)regels, en krijg je nog de optimale compensatie volgens de oude (reken)regels. Zo voorkom je een hoop onnodig (financieel) gedoe. En is voorkomen niet altijd beter dan genezen? Wij vinden van wel.
Rekenvoorbeeld transitievergoeding na slapend dienstverband
- Stel dat op 1 januari 2018 de wachttijd van 104 weken ziekte is geëindigd. Vanaf dit moment is de werknemer een zogenoemde slaper. De uit te keren transitievergoeding bedroeg op dat moment volgens de regelgeving € 40.000
- Met wederzijds goedvinden wordt het slapende dienstverband per 1 april 2020 beëindigd. Het UWV vergoedt in dit geval maximaal de transitievergoeding zoals die geldt op 1 april 2020. In dit voorbeeld bepaald op € 25.000 dat je als werkgever gecompenseerd krijgt
- Door de uitspraak van de Hoge Raad wordt de werkgever echter verplicht om het bedrag volgens de oude regeling te betalen. Dit is de transitievergoeding zoals die gold op het moment dat het dienstverband wegens 104 weken ziekte door de werkgever beëindigd had kunnen worden. In dit geval bedraagt deze transitievergoeding, zoals gezegd, volgens de oude regelgeving € 40.000
- Het gevolg: je bent als werkgever verplicht om € 40.000 aan de werknemer uit te keren, terwijl het UWV slechts € 25.000 compenseert. Dit verschil van € 15.000 krijg je dus niet vergoed
Vraag het onze arbeidsrecht advocaat
Wil je weten hoe het in jouw specifieke situatie zit? Of wil je meer weten over arbeidsrechtelijke zaken , zoals de transitievergoeding, en de veranderde wet- en regelgeving? Neem dan vrijblijvend contact met ons op, we kijken graag met je mee.