09/05/2022

Wat betekent het als je schuldeiser (crediteur) bent van een failliet bedrijf?

De meest gestelde vragen en antwoorden, da's handig.

Als een bedrijf zijn schulden niet meer kan betalen, kan de rechtbank dat bedrijf failliet verklaren. Dat kan op vordering van een schuldeiser, maar een eigenaar kan ook zelf het faillissement van zijn bedrijf aanvragen. Er wordt dan per direct een curator aangesteld door de rechtbank. De curator zal vanaf het moment van de faillietverklaring het beheer over het bedrijf overnemen. Hij/zij heeft vervolgens tot taak om ervoor te zorgen dat het bedrijf volgens de faillissementswet zal worden ontmanteld.     Vanaf het moment dat hij is aangesteld, gaan de bevoegdheden van de directie van het bedrijf over naar de curator. De bestuurder (directie) mag voor het bedrijf niet langer meer zelfstandig beslissingen nemen en geen betalingen doen. Het bedrijf blijft zolang het faillissement duurt nog wel voortbestaan. In de praktijk werkt de curator meestal wel veel samen met de directie om alles in goede banen te leiden.   

De curator is een advocaat die is gespecialiseerd in de afhandeling van faillissementen. De curator heeft kort gezegd tot taak om: 

  1. ervoor te zorgen dat alle kosten en overeenkomsten van de onderneming worden stopgezet en geminimaliseerd; 
  2. ervoor te zorgen dat alle goederen, bezittingen en rechten zo maximaal mogelijk te gelde worden gemaakt; 
  3. te inventariseren welke partijen er allemaal nog vorderingen hebben op het bedrijf; 
  4. erop toe te zien dat al het verzamelde actief (geld) uitgedeeld wordt naar de volgorde, zoals de faillissementswet voorschrijft. 

Vanuit de rechtbank wordt een rechter commissaris aangesteld. De rechter-commissaris houdt toezicht op het handelen van de curator. De curator legt steeds rekening en verantwoording af over zijn aanpak aan de rechter-commissaris. Voor sommige ingrijpende beslissingen, zoals de beslissing om het personeel te ontslaan, moet de curator volgens de wet eerst toestemming vragen aan de rechter-commissaris. 

Wanneer u problemen ondervindt in de samenwerking met de curator, kunt u schriftelijk een klacht over de curator indienen bij de rechter-commissaris. Wie de rechter-commissaris is, staat in het Insolventieregister van de Rechtbank. 

 

De curator moet steeds schriftelijke verslagen uitbrengen over zijn aanpak en over de voortgang in het faillissement. Daarin staan ook financiële gegevens, zoals de opbrengsten en de schulden. Die verslagen zijn openbaar (iedereen kan en mag deze inzien), daarom worden ze gepubliceerd in het Insolventieregister van de Rechtbank. Ook op onze website delen we informatie over de voortgang van de faillissementen. Je vindt daar ook een link naar de verslagen en het faillissementsvonnis. Het eerste openbare verslag wordt meestal na 1 maand gepubliceerd. 

In het begin kent de curator het bedrijf nog niet. Hij zal eerst de mensen, de bedrijfsactiviteiten, de lopende opdrachten en de administratie willen leren kennen en onderzoeken. Veel tijd is daar vaak niet voor, zeker niet wanneer het bedrijf nog doordraait. Meestal zal de curator proberen het bedrijf nog te laten doordraaien, want: 

  1. dat levert nog geld op; 
  2. dat beperkt de schade voor klanten; 
  3. zo wordt de kans op een (gedeeltelijke) doorstart groter. 

 

Meestal gaat de eerste aandacht van de curator daar naar uit. 

Bij faillissementen die bij VDT lopen, via dit formulier. 

Wordt een vordering door de curator “voorlopig erkend”, bedoelt hij daarmee te zeggen dat hij deze wel heeft genoteerd, maar nog niet op juistheid heeft beoordeeld. Hij behoudt zich daarmee alle rechten voor om later de vordering alsnog te weigeren. 

Aan het beoordelen van alle ingediende vorderingen komt de curator meestal pas toe als er ook zodanig actief is verzameld dat er een uitkering plaats kan gaan vinden. Anders is het niet echt zinvol om tijd en discussie te gaan steken in het beoordelen van alle ingediende vorderingen. 

Dit is geen formeel begrip. Met “de boedel” wordt over het algemeen alles bedoeld wat volgens de curator toebehoort aan het faillissement. Over het algemeen bedoelt hij dan concreet het geld dat hij verzamelt op de faillissementsrekening, oftewel “de boedelrekening” 

Dat heeft meerdere oorzaken. De meest waardevolle bezittingen van het failliete bedrijf zijn meestal verpand of in hypotheek gegeven aan financiers, meestal de huisbank. Pand- en hypotheekhouders hebben het recht de goederen (zoals inventaris, voorraden, debiteuren, vastgoed) te gelde te maken en zich daarmee te betalen. Zijn zij daarmee klaar, is het grootste deel van het vermogen vaak al geliquideerd.  

Het resterende deel van het vermogen wordt door de curator te gelde gemaakt en is – zoals dat wordt genoemd – “voor de boedel”. Daarvan worden eerst de boedelcrediteuren betaald. Dat zijn diegenen die in het algemeen belang bijdragen aan de afwikkeling van het faillissement. Boedelcrediteuren zijn onder andere: de curator voor zijn werk, het personeel (omdat zij moeten doorwerken na faillissement) en de verhuurder (wat betreft de huur voor de maanden na faillissement).  

 Dan zijn de preferente schuldeisers aan de beurt. In de praktijk is dat meestal alleen de belastingdienst. Is er dan nog geld over, dan zijn de concurrente schuldeisers aan de beurt. 

 Samenvattend is dit dus de volgorde waarlangs het geliquideerde vermogen wordt uitgedeeld: 

  1. zekerheidsgerechtigden, zoals pand en hypotheekhouders en eigendomsvoorbehouders 
  2. de boedelcrediteuren (zoals de curator, het UWV (eigenlijk het personeel) en de verhuurder) 
  3. de preferente schuldeisers, zoals de belastingdienst 
  4. de concurrente schuldeisers 

Zit je in de 4e categorie, maak je dus de minste kans op een uitkering.  

Nee. Een faillissement wordt gepubliceerd in het Insolventieregister van de Rechtbank. Op basis daarvan wordt iedereen geacht zelf op de hoogte te zijn. In de praktijk is natuurlijk niet iedereen meteen op de hoogte. Daarom zal de curator de crediteur wel aanschrijven, want het is vooral praktisch wanneer alle betrokkenen de situatie kennen en hun handelen daarop afstemmen. Voorwaarde is wel dat de namen en adressen snel beschikbaar zijn. 

De curator kan op het oog niet zien welke goederen die hij aantreft onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd en welke niet. Hij mag er in feite vanuit gaan dat deze goederen tot het faillissement behoren, totdat het tegendeel bewezen is.  

Heb jij dus goederen geleverd die nog aanwezig zijn en die je terug wilt vorderen, zal een curator jou dus het volgende gaan vragen: 

  1. je zult juridisch moeten aantonen dat je ondanks levering nog eigenaar bent gebleven van de goederen; dat kan alleen door het overleggen van schriftelijk contractueel bewijs dat je onder die voorwaarde geleverd hebt. Vaak is een eigendomsvoorbehoud geregeld in de algemene voorwaarden. In dat geval moet je a) bewijzen dat jouw algemene voorwaarden schriftelijk van toepassing zijn verklaard en b) dat je ze ook ter hand hebt gesteld. 
  2. moeten aanwijzen om welke goederen het gaat; ze moeten identificeerbaar zijn. 

De curator moet kritisch zijn ten aanzien van claims, want het is zijn taak om het belang van alle crediteuren te behartigen (en het lichtvaardig weggeven van goederen is niet in het belang van de gezamenlijke crediteuren). Bij twijfel moet hij dus teruggave weigeren of het moet aan de rechter voorgelegd worden. 

Wil je meer lezen? Klik hier

Gaat het om een enkel geval dan wordt er een afspraak gemaakt. Wanneer er in een faillissement veel sprake is van (erkende) eigendomsvoorbehouden kan het zijn dat er een gezamenlijke ophaaldag wordt georganiseerd. 

Is er een afkoelingsperiode afgekondigd, moet je wachten tot deze is afgelopen voordat de goederen kunnen worden opgehaald. 

De toepasselijkheid van algemene voorwaarden kan complexe discussies opleveren. Maar meestal komt het in de faillissementspraktijk neer op deze vragen: heb je jouw algemene voorwaarden “van toepassing verklaard” en heb je ze “tijdig” ter hand gesteld? De curator zal je vermoedelijk deze vragen stellen en schriftelijke bewijzen verlangen. Stuur dus de algemene voorwaarden op, maar ook het bewijs dat je de voorwaarden van toepassing verklaarde en het bewijs dat je ze ter hand stelde. Meer weten?
Lees hier verder.

Dat kan in sommige gevallen. Het meest voorkomende geval is de situatie waarin een bestuurder een verplichting is aangegaan (meestal kort voor het faillissement) waarvan hij eigenlijk wel wist dat hij die niet meer kon nakomen. Hij heeft dan in feite willens en wetens schade veroorzaakt bij de benadeelde schuldeiser. Als dat het geval is, is het aan de schuldeiser zelf om de aansprakelijkheid in te stellen. De curator kan dat in dit geval niet. Hij is er namelijk niet voor een enkele schuldeiser, maar voor alle schuldeisers samen. 

De rechter-commissaris kan een afkoelingsperiode afkondigen in een faillissement. De afkoelingsperiode is bedoeld om de curator de tijd te geven om zich te verdiepen in het faillissement; welke goederen zijn wel eigendom van de failliet en welke niet. Een afkoelingsperiode duurt in eerste instantie maximaal 2 maanden, maar kan op verzoek van de curator nogmaals met 2 maanden worden verlengd. Zo lang de afkoelingsperiode duurt mogen derden, zoals verhuurders van zaken of eigendomsvoorbehouders, hun eigendommen niet ophalen. 

Je kunt de eventuele BTW over de ingediende vordering terugvragen zodra het zeker is dat jouw vordering als gevolg van het faillissement (gedeeltelijk) oninbaar is. Dat kan bijvoorbeeld: 

  1. door een schriftelijke verklaring van de curator dat er geen uitkering volgt; 
  2. uiterlijk 1 jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum van de factuur. 

Lees hierover meer op de website van de belastingdienst. 

Als schuldeiser in een faillissement kan het zijn dat je het niet eens bent met het handelen van de curator. Bijvoorbeeld omdat je vindt dat een zaak tegen een te lage prijs is verkocht. Of je meent dat de curator actie zou moeten ondernemen tegen de bestuurder omdat die zich schuldig zou hebben gemaakt aan onbehoorlijk bestuur. 

Je kunt als schuldeiser tegen het handelen van de curator protesteren bij de toezichthoudend rechter-commissaris. Wie dat is kun je vinden in het Insolventieregister van de Rechtbank. Je kunt de rechter-commissaris vragen om de curator te bevelen iets te doen of na te laten. Dat verzoek moet wel gedaan worden in het belang van alle schuldeisers. 

Op grond van artikel 3:15J BW kunnen schuldeisers in een faillissement verlangen de administratie van het failliete bedrijf in te zien wanneer zij daarbij ‘rechtstreeks en voldoende belang hebben’. Daarvan is sprake wanneer de schuldeiser de informatie nodig heeft om zijn rechten ten opzichte van de failliet vast te stellen, zoals de hoogte van een bonus. Het artikel kan niet worden gebruikt om algemene informatie te verzamelen in een poging om daarmee bijvoorbeeld de bestuurder aansprakelijk te kunnen stellen. 

 

Wil je meer weten over een bepaald zekerheidsrecht en hoe de curator hiermee omgaat? Lees hier meer:

– Hypotheekrecht | Lees meer
– Pandrecht | Lees meer
– Eigendomsvoorbehoud | Lees meer
– Recht van reclame | Lees meer
– Retentierecht | Lees meer
– Bankgarantie | Lees meer
– Waarborgsom | Lees meer

Voeg schriftelijke bewijsstukken toe, waaruit dit zekerheidsrecht moet blijken. Doe je een beroep op algemene voorwaarden? Lees hier: Algemene voorwaarden tegenover de curator: wanneer kan ik daar als schuldeiser een beroep op doen?

Staat jouw vraag er niet tussen? Stel deze dan hier

Dit is een FAQ waarin snelle en begrijpelijke informatievoorziening voorop staat. De onderwerpen zijn dus vooral vereenvoudigd, op hoofdlijnen en vanuit de praktijk weergegeven. De onderwerpen beogen niet juridisch sluitend of uitputtend te zijn, zodat aan deze brochure door de lezer geen rechten kunnen worden ontleend.