- Terug
Update 05 sep 2025
Geen loon, wél opbouw vakantiedagen na 104 weken arbeidsongeschiktheid?! Hoe zit dat nu?
Heb jij altijd gedacht dat werknemers tijdens arbeidsongeschiktheid alleen vakantie-uren opbouwen zolang ze aanspraak maken op loon? Niet zo gek, dat is namelijk precies wat in de Nederlandse wet staat. Maar daar heeft de kantonrechter in Arnhem onlangs een ander licht op geworpen.
In een recente uitspraak oordeelt de kantonrechter dat arbeidsongeschikte werknemers de gehele periode dat zij arbeidsongeschikt zijn, en niet alleen de eerste 104 weken, volledig vakantie-uren opbouwen, ongeacht of zij arbeid verrichten en ongeacht of zij recht hebben op loon, in lijn met Europees recht. Tijd om hier dus goed op in te zoomen!
Wat zegt de wet?
In de Nederlandse wet staat dat een werknemer alleen vakantie opbouwt als er recht is op loon. Tijdens arbeidsongeschiktheid is dat recht op loon er in principe 104 weken lang of maximaal drie jaar bij een loonsanctie. In die periode bouwt de werknemer dus ook vakantie-uren op. Voor de opbouw van bovenwettelijke vakantiedagen gedurende arbeidsongeschiktheid kunnen werkgevers en werknemers afwijkende afspraken maken.
Na 104 weken stopt doorgaans de loondoorbetaling en daarmee, zo dacht men, ook de vakantie-opbouw. Maar volgens het Europese recht ligt dat genuanceerder. En nu is er een Nederlandse kantonrechter die dit uitgangspunt overneemt.
En wat zegt de kantonrechter?
De kantonrechter oordeelde dat het in strijd is met Europees recht om de opbouw van vakantiedagen te beperken tot de periode waarin recht op loon bestaat. Arbeidsongeschikte werknemers bouwen de gehele periode van arbeidsongeschiktheid, en niet alleen de eerste 104 weken, volledig vakantie-uren op, ongeacht of zij arbeid verrichten of ongeacht of zij recht hebben op loon.
Dit oordeel is gebaseerd op het recht op vakantiedagen dat volgt uit een Europese richtlijn. Dit is opvallend aangezien Richtlijnen alleen rechtstreeks doorwerken aan de lidstaten. De kantonrechter heeft dit echter via het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en eerdere rechtspraak van het Hof van Justitie toch toegepast. Dit is juridisch gezien een interessant, maar ook nog steeds omstreden punt. Het is daarom afwachten of hogere rechters deze redenering zullen volgen en of dit een vaste lijn in de rechtspraak wordt.
Wat betekent dit in de praktijk?
Voor de volgende situaties is deze uitspraak belangrijk:
- Er is sprake van een slapend dienstverband na 104 weken arbeidsongeschiktheid;
- Je wenst de arbeidsovereenkomst na 104 weken arbeidsongeschiktheid te beëindigen, maar het UWV heeft nog geen WIA-beslissing afgegeven en de werknemer wil daarom nog niet meewerken aan het sluiten van een vso;
- Na toestemming van het UWV zeg je de arbeidsovereenkomst op met inachtneming van de opzegtermijn waardoor de einddatum (veel) verder dan het moment waarop de werknemer 104 weken arbeidsongeschikt was, komt te liggen.
Volgens de uitspraak ben je namelijk gehouden tot uitbetaling van de door werknemer opgebouwde niet-genoten vakantie-uren tot het einde van het dienstverband.
Deze uitspraak onderstreept hoe belangrijk het is om het dienstverband na 104 weken arbeidsongeschiktheid zo snel mogelijk formeel te beëindigen, zodra dat kan. Iedere maand extra kan je als werkgever namelijk zomaar twee tot drie vakantiedagen extra kosten, die je bij uitdiensttreding moet uitbetalen.
Maar het is belangrijk om de nuance aan te brengen. De uitspraak betreft namelijk een uitspraak van de kantonrechter. Het is nog niet duidelijk of andere kantonrechters en hogere gerechten deze lijn zullen volgen.
Ons advies
Kort en goed. Ons advies:
- laat slapende dienstverbanden niet ongemerkt doorlopen
- zorg dat je verlofregistratie op orde is
Voor meer informatie of advies kun je altijd contact met ons opnemen!

Iris Krah
- iris.krah@vdt-advocaten.nl
- 013 544 0400